Woordeskat

Leer Werkwoorde – Nederlands

cms/verbs-webp/110401854.webp
onderdak vinden
We vonden onderdak in een goedkoop hotel.
akkommodasie kry
Ons het akkommodasie in ’n goedkoop hotel gekry.
cms/verbs-webp/123844560.webp
beschermen
Een helm moet tegen ongelukken beschermen.
beskerm
’n Helm is daar om teen ongelukke te beskerm.
cms/verbs-webp/859238.webp
uitoefenen
Ze oefent een ongewoon beroep uit.
oefen
Sy oefen ’n ongewone beroep uit.
cms/verbs-webp/113418367.webp
beslissen
Ze kan niet beslissen welke schoenen ze moet dragen.
besluit
Sy kan nie besluit watter skoene om te dra nie.
cms/verbs-webp/63457415.webp
vereenvoudigen
Je moet ingewikkelde dingen voor kinderen vereenvoudigen.
vereenvoudig
Jy moet ingewikkelde dinge vir kinders vereenvoudig.
cms/verbs-webp/119379907.webp
raden
Je moet raden wie ik ben!
raai
Jy moet raai wie ek is!
cms/verbs-webp/77883934.webp
genoeg zijn
Dat is genoeg, je irriteert!
genoeg wees
Dit is genoeg, jy irriteer!
cms/verbs-webp/123947269.webp
monitoren
Alles wordt hier door camera’s gemonitord.
monitor
Alles word hier deur kameras gemonitor.
cms/verbs-webp/73880931.webp
schoonmaken
De werker maakt het raam schoon.
maak skoon
Die werker maak die venster skoon.
cms/verbs-webp/123786066.webp
drinken
Ze drinkt thee.
drink
Sy drink tee.
cms/verbs-webp/65915168.webp
ritselen
De bladeren ritselen onder mijn voeten.
ritsel
Die blare ritsel onder my voete.
cms/verbs-webp/68841225.webp
begrijpen
Ik kan je niet begrijpen!
verstaan
Ek kan jou nie verstaan nie!