‫المفردات

تعلم الأفعال – الهولندية

cms/verbs-webp/117897276.webp
ontvangen
Hij ontving een loonsverhoging van zijn baas.
يتلقى
تلقى زيادة من مديره.
cms/verbs-webp/115172580.webp
bewijzen
Hij wil een wiskundige formule bewijzen.
يثبت
يريد أن يثبت صيغة رياضية.
cms/verbs-webp/124274060.webp
achterlaten
Ze liet een stuk pizza voor me achter.
ترك
تركت لي قطعة من البيتزا.
cms/verbs-webp/119895004.webp
schrijven
Hij schrijft een brief.
كتب
هو يكتب رسالة.
cms/verbs-webp/123367774.webp
sorteren
Ik heb nog veel papieren te sorteren.
فرز
لدي الكثير من الأوراق التي يجب فرزها.
cms/verbs-webp/43956783.webp
weglopen
Onze kat is weggelopen.
هربت
هربت قطتنا.
cms/verbs-webp/83776307.webp
verhuizen
Mijn neefje gaat verhuizen.
ينتقل
ابن أخي ينتقل.
cms/verbs-webp/47062117.webp
rondkomen
Ze moet rondkomen met weinig geld.
تعيش
يجب عليها أن تعيش بقليل من المال.
cms/verbs-webp/79317407.webp
bevelen
Hij beveelt zijn hond.
يأمر
هو يأمر كلبه.
cms/verbs-webp/85871651.webp
moeten gaan
Ik heb dringend vakantie nodig; ik moet gaan!
أحتاج الذهاب
أحتاج بشدة إلى إجازة؛ يجب أن أذهب!
cms/verbs-webp/30314729.webp
stoppen
Ik wil nu stoppen met roken!
أريد أن
أريد أن أتوقف عن التدخين من الآن!
cms/verbs-webp/123237946.webp
gebeuren
Hier is een ongeluk gebeurd.
حدث
حدث هنا حادث.