Rječnik

Naučite glagole – nizozemski

overwinnen
De atleten overwinnen de waterval.
prevazići
Sportisti prevazilaze vodopad.
publiceren
Reclame wordt vaak in kranten gepubliceerd.
objaviti
Oglasi se često objavljuju u novinama.
verheugen
Het doelpunt verheugt de Duitse voetbalfans.
oduševiti
Gol oduševljava njemačke navijače.
overrijden
Helaas worden er nog veel dieren overreden door auto’s.
pregaziti
Nažalost, mnoge životinje su još uvijek pregazile automobili.
imiteren
Het kind imiteert een vliegtuig.
imitirati
Dijete imitira avion.
bespreken
De collega’s bespreken het probleem.
raspravljati
Kolege raspravljaju o problemu.
wakker worden
Hij is net wakker geworden.
probuditi se
Upravo se probudio.
bedienen
De chef bedient ons vandaag zelf.
posluživati
Danas nas kuhar osobno poslužuje.
vernieuwen
De schilder wil de muurkleur vernieuwen.
obnoviti
Slikar želi obnoviti boju zida.
bekijken
Op vakantie heb ik veel bezienswaardigheden bekeken.
gledati
Na odmoru sam pogledao mnoge znamenitosti.
moeten
Hij moet hier uitstappen.
morati
Ovdje mora sići.
melden
Ze meldt het schandaal aan haar vriendin.
prijaviti
Ona prijavljuje skandal svom prijatelju.