Rječnik

Naučite glagole – nizozemski

cms/verbs-webp/113248427.webp
winnen
Hij probeert te winnen met schaken.
pobjediti
Pokušava pobijediti u šahu.
cms/verbs-webp/19351700.webp
voorzien
Strandstoelen worden voor de vakantiegangers voorzien.
pružiti
Ležaljke su pružene za odmor.
cms/verbs-webp/61245658.webp
uitspringen
De vis springt uit het water.
iskočiti
Riba iskače iz vode.
cms/verbs-webp/73649332.webp
schreeuwen
Als je gehoord wilt worden, moet je je boodschap luid schreeuwen.
vikati
Ako želiš biti čuo, moraš glasno vikati svoju poruku.
cms/verbs-webp/113393913.webp
arriveren
De taxi’s zijn bij de halte gearriveerd.
zaustaviti
Taksiji su se zaustavili na stanici.
cms/verbs-webp/21529020.webp
toelopen
Het meisje loopt naar haar moeder toe.
trčati prema
Djevojčica trči prema svojoj majci.
cms/verbs-webp/83548990.webp
terugkomen
De boemerang kwam terug.
vratiti se
Bumerang se vratio.
cms/verbs-webp/34979195.webp
samenkomen
Het is fijn als twee mensen samenkomen.
sastati se
Lijepo je kada se dvoje ljudi sastanu.
cms/verbs-webp/81025050.webp
vechten
De atleten vechten tegen elkaar.
boriti se
Sportaši se bore jedan protiv drugog.
cms/verbs-webp/123203853.webp
veroorzaken
Alcohol kan hoofdpijn veroorzaken.
uzrokovati
Alkohol može uzrokovati glavobolje.
cms/verbs-webp/40326232.webp
begrijpen
Ik begreep eindelijk de taak!
razumjeti
Napokon sam razumio zadatak!
cms/verbs-webp/109657074.webp
wegjagen
De ene zwaan jaagt de andere weg.
tjera
Jedan labud tjera drugog.