Rječnik

Naučite glagole – nizozemski

cms/verbs-webp/20225657.webp
vragen
Mijn kleinkind vraagt veel van mij.
tražiti
Moj unuk puno traži od mene.
cms/verbs-webp/118485571.webp
doen voor
Ze willen iets voor hun gezondheid doen.
učiniti
Žele nešto učiniti za svoje zdravlje.
cms/verbs-webp/92612369.webp
parkeren
De fietsen staan voor het huis geparkeerd.
parkirati
Bicikli su parkirani ispred kuće.
cms/verbs-webp/113393913.webp
arriveren
De taxi’s zijn bij de halte gearriveerd.
zaustaviti
Taksiji su se zaustavili na stanici.
cms/verbs-webp/107996282.webp
verwijzen
De leraar verwijst naar het voorbeeld op het bord.
uputiti
Nastavnik se upućuje na primjer na ploči.
cms/verbs-webp/28581084.webp
hangen
IJsspegels hangen van het dak.
visiti
S leda visi s krova.
cms/verbs-webp/93221279.webp
branden
Er brandt een vuur in de open haard.
gorjeti
U kaminu gori vatra.
cms/verbs-webp/132305688.webp
verspillen
Energie mag niet verspild worden.
trošiti
Energiiju ne treba trošiti.
cms/verbs-webp/41019722.webp
naar huis rijden
Na het winkelen rijden de twee naar huis.
voziti se
Nakon kupovine, njih dvoje voze se kući.
cms/verbs-webp/119335162.webp
bewegen
Het is gezond om veel te bewegen.
kretati se
Zdravo je puno se kretati.
cms/verbs-webp/115153768.webp
duidelijk zien
Ik kan alles duidelijk zien door mijn nieuwe bril.
jasno vidjeti
Svojim novim naočalama sve jasno vidim.
cms/verbs-webp/46385710.webp
accepteren
Creditcards worden hier geaccepteerd.
prihvatiti
Ovdje se prihvaćaju kreditne kartice.