Vocabulari

Aprèn verbs – neerlandès

cms/verbs-webp/61280800.webp
beheersen
Ik kan niet te veel geld uitgeven; ik moet me beheersen.
exercir moderació
No puc gastar massa diners; he d’exercir moderació.
cms/verbs-webp/124053323.webp
sturen
Hij stuurt een brief.
enviar
Ell està enviant una carta.
cms/verbs-webp/131098316.webp
trouwen
Minderjarigen mogen niet trouwen.
casar-se
No es permet casar-se als menors d’edat.
cms/verbs-webp/71883595.webp
negeren
Het kind negeert de woorden van zijn moeder.
ignorar
El nen ignora les paraules de la seva mare.
cms/verbs-webp/74908730.webp
veroorzaken
Te veel mensen veroorzaken snel chaos.
causar
Massa gent causa ràpidament caos.
cms/verbs-webp/97188237.webp
dansen
Ze dansen verliefd een tango.
ballar
Estan ballant un tango enamorats.
cms/verbs-webp/4553290.webp
binnenkomen
Het schip komt de haven binnen.
entrar
El vaixell està entrant al port.
cms/verbs-webp/61389443.webp
liggen
De kinderen liggen samen in het gras.
estar estirat
Els nens estan estirats junts a la gespa.
cms/verbs-webp/105875674.webp
schoppen
In vechtsporten moet je goed kunnen schoppen.
xutar
En les arts marcials, has de saber xutar bé.
cms/verbs-webp/19351700.webp
voorzien
Strandstoelen worden voor de vakantiegangers voorzien.
proporcionar
Es proporcionen cadires de platja als vacacionistes.
cms/verbs-webp/118483894.webp
genieten
Ze geniet van het leven.
gaudir
Ella gaudeix de la vida.
cms/verbs-webp/128159501.webp
mengen
Verschillende ingrediënten moeten worden gemengd.
barrejar
Diversos ingredients necessiten ser barrejats.