Slovník

Naučte se slovesa – holandština

cms/verbs-webp/99207030.webp
aankomen
Het vliegtuig is op tijd aangekomen.
dorazit
Letadlo dorazilo včas.
cms/verbs-webp/108118259.webp
vergeten
Ze is nu zijn naam vergeten.
zapomenout
Už na jeho jméno zapomněla.
cms/verbs-webp/3270640.webp
achtervolgen
De cowboy achtervolgt de paarden.
pronásledovat
Kovboj pronásleduje koně.
cms/verbs-webp/120515454.webp
voeden
De kinderen voeden het paard.
krmit
Děti krmí koně.
cms/verbs-webp/75423712.webp
veranderen
Het licht veranderde in groen.
změnit
Semafor změnil na zelenou.
cms/verbs-webp/102823465.webp
tonen
Ik kan een visum in mijn paspoort tonen.
ukázat
V pasu mohu ukázat vízum.
cms/verbs-webp/49374196.webp
ontslaan
Mijn baas heeft me ontslagen.
propustit
Můj šéf mě propustil.
cms/verbs-webp/102853224.webp
samenbrengen
De taalcursus brengt studenten van over de hele wereld samen.
spojit
Jazykový kurz spojuje studenty z celého světa.
cms/verbs-webp/5161747.webp
verwijderen
De graafmachine verwijdert de grond.
odstranit
Bager odstraňuje půdu.
cms/verbs-webp/130770778.webp
reizen
Hij reist graag en heeft veel landen gezien.
cestovat
Rád cestuje a viděl mnoho zemí.
cms/verbs-webp/61575526.webp
wijken
Veel oude huizen moeten wijken voor de nieuwe.
ustoupit
Mnoho starých domů musí ustoupit novým.
cms/verbs-webp/121112097.webp
schilderen
Ik heb een mooi schilderij voor je geschilderd!
malovat
Namaloval jsem ti krásný obraz!