Slovník

Naučte se slovesa – holandština

cms/verbs-webp/129300323.webp
aanraken
De boer raakt zijn planten aan.
dotknout se
Rolník se dotýká svých rostlin.
cms/verbs-webp/79322446.webp
voorstellen
Hij stelt zijn nieuwe vriendin voor aan zijn ouders.
představit
Představuje svou novou přítelkyni svým rodičům.
cms/verbs-webp/113418367.webp
beslissen
Ze kan niet beslissen welke schoenen ze moet dragen.
rozhodnout se
Nemůže se rozhodnout, jaké boty si obout.
cms/verbs-webp/33564476.webp
bezorgen
De pizzabezorger bezorgt de pizza.
přinést
Rozvozce pizzy přiveze pizzu.
cms/verbs-webp/23258706.webp
optrekken
De helikopter trekt de twee mannen omhoog.
vytáhnout
Helikoptéra vytahuje dva muže nahoru.
cms/verbs-webp/93792533.webp
betekenen
Wat betekent dit wapenschild op de vloer?
znamenat
Co znamená tento erb na podlaze?
cms/verbs-webp/96586059.webp
ontslaan
De baas heeft hem ontslagen.
propustit
Šéf ho propustil.
cms/verbs-webp/35137215.webp
slaan
Ouders zouden hun kinderen niet moeten slaan.
bít
Rodiče by neměli bít své děti.
cms/verbs-webp/102631405.webp
vergeten
Ze wil het verleden niet vergeten.
zapomenout
Nechce zapomenout na minulost.
cms/verbs-webp/106608640.webp
gebruiken
Zelfs kleine kinderen gebruiken tablets.
používat
I malé děti používají tablety.
cms/verbs-webp/119501073.webp
tegenover liggen
Daar is het kasteel - het ligt er recht tegenover!
ležet naproti
Tam je hrad - leží přímo naproti!
cms/verbs-webp/75423712.webp
veranderen
Het licht veranderde in groen.
změnit
Semafor změnil na zelenou.