Wortschatz

Lerne Adjektive – Niederländisch

cms/adjectives-webp/133248900.webp
alleenstaand
een alleenstaande moeder
alleinstehend
eine alleinstehende Mutter
cms/adjectives-webp/19647061.webp
onwaarschijnlijk
een onwaarschijnlijke worp
unwahrscheinlich
ein unwahrscheinlicher Wurf
cms/adjectives-webp/115458002.webp
zacht
het zachte bed
weich
das weiche Bett
cms/adjectives-webp/34780756.webp
vrijgezel
de vrijgezelle man
ledig
der ledige Mann
cms/adjectives-webp/168988262.webp
troebel
een troebel bier
trübe
ein trübes Bier
cms/adjectives-webp/171618729.webp
verticaal
een verticale rots
senkrecht
ein senkrechter Felsen
cms/adjectives-webp/122960171.webp
juist
een juiste gedachte
richtig
ein richtiger Gedanke
cms/adjectives-webp/78920384.webp
overig
de overgebleven sneeuw
restlich
der restliche Schnee
cms/adjectives-webp/132974055.webp
puur
puur water
rein
reines Wasser
cms/adjectives-webp/131822697.webp
weinig
weinig eten
wenig
wenig Essen
cms/adjectives-webp/103075194.webp
jaloers
de jaloerse vrouw
eifersüchtig
die eifersüchtige Frau
cms/adjectives-webp/126987395.webp
gescheiden
het gescheiden koppel
geschieden
das geschiedene Paar