Wortschatz

Adverbien lernen – Niederländisch

gratis
Zonne-energie is gratis.
gratis
Sonnenenergie ist gratis.
weg
Hij draagt de prooi weg.
fort
Er trägt die Beute fort.
te veel
Het werk wordt me te veel.
zu viel
Die Arbeit wird mir zu viel.
morgen
Niemand weet wat morgen zal zijn.
morgen
Niemand weiß, was morgen sein wird.
nooit
Men moet nooit opgeven.
niemals
Man darf niemals aufgeben.
lang
Ik moest lang in de wachtkamer wachten.
lange
Ich musste lange im Wartezimmer warten.
alleen
Ik geniet van de avond helemaal alleen.
allein
Ich genieße den Abend ganz allein.
samen
We leren samen in een kleine groep.
miteinander
Wir lernen miteinander in einer kleinen Gruppe.
beneden
Hij ligt beneden op de vloer.
unten
Er liegt unten auf dem Boden.
correct
Het woord is niet correct gespeld.
richtig
Das Wort ist nicht richtig geschrieben.
in
De twee komen binnen.
herein
Die beiden kommen herein.
ooit
Heb je ooit al je geld aan aandelen verloren?
jemals
Hast du jemals alles Geld mit Aktien verloren?