Wortschatz

Lernen Sie Verben – Niederländisch

cms/verbs-webp/119335162.webp
bewegen
Het is gezond om veel te bewegen.
sich bewegen
Es ist gesund, sich viel zu bewegen.
cms/verbs-webp/28642538.webp
laten staan
Vandaag moeten velen hun auto’s laten staan.
stehenlassen
Heute müssen viele ihr Auto stehenlassen.
cms/verbs-webp/8482344.webp
kussen
Hij kust de baby.
küssen
Er küsst das Baby.
cms/verbs-webp/38296612.webp
bestaan
Dinosaurussen bestaan tegenwoordig niet meer.
existieren
Dinosaurier existieren heute nicht mehr.
cms/verbs-webp/99392849.webp
verwijderen
Hoe kan men een rode wijnvlek verwijderen?
entfernen
Wie kann man einen Rotweinfleck entfernen?
cms/verbs-webp/102049516.webp
verlaten
De man vertrekt.
weggehen
Der Mann geht weg.
cms/verbs-webp/87317037.webp
spelen
Het kind speelt liever alleen.
spielen
Das Kind spielt am liebsten alleine.
cms/verbs-webp/23257104.webp
duwen
Ze duwen de man het water in.
schubsen
Sie schubsen den Mann ins Wasser.
cms/verbs-webp/81740345.webp
samenvatten
Je moet de belangrijkste punten uit deze tekst samenvatten.
zusammenfassen
Man muss das Wichtigste aus diesem Text zusammenfassen.
cms/verbs-webp/123203853.webp
veroorzaken
Alcohol kan hoofdpijn veroorzaken.
verursachen
Alkohol kann Kopfschmerzen verursachen.
cms/verbs-webp/124046652.webp
voorgaan
Gezondheid gaat altijd voor!
vorgehen
Die Gesundheit geht immer vor!
cms/verbs-webp/77646042.webp
verbranden
Je moet geen geld verbranden.
anbrennen
Geldscheine sollte man nicht anbrennen.