Vocabulary

Learn Adverbs – Dutch

cms/adverbs-webp/121564016.webp
lang
Ik moest lang in de wachtkamer wachten.
long
I had to wait long in the waiting room.
cms/adverbs-webp/23708234.webp
correct
Het woord is niet correct gespeld.
correct
The word is not spelled correctly.
cms/adverbs-webp/170728690.webp
alleen
Ik geniet van de avond helemaal alleen.
alone
I am enjoying the evening all alone.
cms/adverbs-webp/133226973.webp
net
Ze is net wakker geworden.
just
She just woke up.
cms/adverbs-webp/166784412.webp
ooit
Heb je ooit al je geld aan aandelen verloren?
ever
Have you ever lost all your money in stocks?
cms/adverbs-webp/176340276.webp
bijna
Het is bijna middernacht.
almost
It is almost midnight.
cms/adverbs-webp/178653470.webp
buiten
We eten vandaag buiten.
outside
We are eating outside today.
cms/adverbs-webp/178519196.webp
‘s morgens
Ik moet vroeg opstaan ‘s morgens.
in the morning
I have to get up early in the morning.
cms/adverbs-webp/7769745.webp
opnieuw
Hij schrijft alles opnieuw.
again
He writes everything again.
cms/adverbs-webp/12727545.webp
beneden
Hij ligt beneden op de vloer.
down below
He is lying down on the floor.
cms/adverbs-webp/172832880.webp
erg
Het kind is erg hongerig.
very
The child is very hungry.
cms/adverbs-webp/78163589.webp
bijna
Ik raakte bijna!
almost
I almost hit!