boos worden
Ze wordt boos omdat hij altijd snurkt.
ناراحت شدن
او ناراحت میشود زیرا او همیشه خر خر میکند.
uitspreken
Ze wil zich uitspreken tegen haar vriend.
صحبت کردن
او میخواهد با دوست خود صحبت کند.
schrijven
Hij schrijft een brief.
نوشتن
او یک نامه مینویسد.
bellen
Het meisje belt haar vriendin.
زنگ زدن
دختر دارد به دوستش زنگ میزند.
toebehoren
Mijn vrouw behoort mij toe.
تعلق داشتن
همسر من متعلق به من است.
dichterbij komen
De slakken komen dichter bij elkaar.
نزدیک شدن
حلزونها به یکدیگر نزدیک میشوند.
opletten
Men moet opletten voor de verkeerstekens.
توجه کردن
باید به علایم راهنمایی ترافیک توجه کرد.
verdwalen
Ik ben onderweg verdwaald.
گم شدن
من در راه گم شدم.
terugbrengen
De hond brengt het speelgoed terug.
برگشتن
سگ اسباببازی را برمیگرداند.
genoeg zijn
Dat is genoeg, je irriteert!
کافی بودن
کافی است، شما آزاردهنده هستید!
verwijderen
Onkruid moet verwijderd worden.
بیرون کشیدن
علفهای هرز باید بیرون کشیده شوند.
doden
Ik zal de vlieg doden!
کُشتن
من مگس را خواهم کُشت!