worden
Ze zijn een goed team geworden.
شدن
آنها تیم خوبی شدهاند.
toelopen
Het meisje loopt naar haar moeder toe.
به سمت دویدن
دختر به سمت مادرش میدود.
parkeren
De fietsen staan voor het huis geparkeerd.
پارک کردن
دوچرخهها در مقابل خانه پارک شدهاند.
parkeren
De auto’s staan in de ondergrondse garage geparkeerd.
پارک کردن
ماشینها در پارکینگ زیرزمینی پارک شدهاند.
trekken
Hoe gaat hij die grote vis eruit trekken?
بیرون کشیدن
چگونه میخواهد این ماهی بزرگ را بیرون بکشد؟
begrenzen
Hekken begrenzen onze vrijheid.
محدود کردن
حصارها آزادی ما را محدود میکنند.
plaatsvinden
De begrafenis vond eergisteren plaats.
انجام شدن
مراسم تدفین روز پیش از دیروز انجام شد.
helpen
Iedereen helpt de tent opzetten.
کمک کردن
همه به نصب چادر کمک میکنند.
onderdak vinden
We vonden onderdak in een goedkoop hotel.
اقامت یافتن
ما در یک هتل ارزان اقامت یافتیم.
samenwerken
We werken samen als een team.
همکاری کردن
ما به عنوان یک تیم همکاری میکنیم.
investeren
Waar moeten we ons geld in investeren?
سرمایهگذاری کردن
ما باید پول خود را در کجا سرمایهگذاری کنیم؟
genereren
We genereren elektriciteit met wind en zonlicht.
تولید کردن
ما با باد و نور خورشید برق تولید میکنیم.