uitgeven
Ze heeft al haar geld uitgegeven.
خرج کردن
او همه پول خود را خرج کرد.
trekken
Hij trekt de slee.
کشیدن
او سورتمه را میکشد.
inloggen
Je moet inloggen met je wachtwoord.
وارد شدن
شما باید با رمز عبور خود وارد شوید.
garanderen
Verzekering garandeert bescherming bij ongevallen.
ضمانت کردن
بیمه در موارد تصادف محافظت را ضمانت میکند.
vaststellen
De datum wordt vastgesteld.
تعیین کردن
تاریخ در حال تعیین شدن است.
aankomen
Veel mensen komen op vakantie met een camper aan.
رسیدن
بسیاری از مردم در تعطیلات با ون رسیدهاند.
publiceren
Reclame wordt vaak in kranten gepubliceerd.
منتشر کردن
تبلیغات اغلب در روزنامهها منتشر میشوند.
trainen
Professionele atleten moeten elke dag trainen.
تمرین کردن
ورزشکاران حرفهای باید هر روز تمرین کنند.
wijken
Veel oude huizen moeten wijken voor de nieuwe.
جای دادن
بسیاری از خانههای قدیمی باید به خانههای جدید جای بدهند.
naar je toekomen
Het geluk komt naar je toe.
نزدیک شدن
شانس به سویت میآید.
afhangen van
Hij is blind en is afhankelijk van hulp van buitenaf.
وابسته بودن
او نابینا است و به کمک بیرونی وابسته است.
verbazen
Ze was verbaasd toen ze het nieuws ontving.
شگفتزده شدن
وقتی خبر را دریافت کرد شگفتزده شد.