لغت

یادگیری افعال – هلندی

cms/verbs-webp/117890903.webp
antwoorden
Zij antwoordt altijd eerst.
پاسخ دادن
او همیشه اولین پاسخ را می‌دهد.
cms/verbs-webp/105623533.webp
moeten
Men zou veel water moeten drinken.
باید
باید زیاد آب نوشید.
cms/verbs-webp/113248427.webp
winnen
Hij probeert te winnen met schaken.
بردن
او تلاش می‌کند در شطرنج ببرد.
cms/verbs-webp/41918279.webp
weglopen
Onze zoon wilde van huis weglopen.
فرار کردن
پسرم می‌خواست از خانه فرار کند.
cms/verbs-webp/109071401.webp
omarmen
De moeder omarmt de kleine voetjes van de baby.
در آغوش گرفتن
مادر پاهای کوچک نوزاد را در آغوش می‌گیرد.
cms/verbs-webp/106622465.webp
zitten
Ze zit bij de zee tijdens zonsondergang.
نشستن
او در غروب آفتاب کنار دریا می‌نشیند.
cms/verbs-webp/114091499.webp
trainen
De hond wordt door haar getraind.
آموزش دادن
سگ توسط او آموزش داده شده است.
cms/verbs-webp/104849232.webp
bevallen
Ze zal binnenkort bevallen.
زایمان کردن
او به زودی زایمان می‌کند.
cms/verbs-webp/71612101.webp
binnenkomen
De metro is net het station binnengekomen.
وارد شدن
مترو تازه به ایستگاه وارد شده است.
cms/verbs-webp/130288167.webp
schoonmaken
Ze maakt de keuken schoon.
تمیز کردن
او آشپزخانه را تمیز می‌کند.
cms/verbs-webp/26758664.webp
sparen
Mijn kinderen hebben hun eigen geld gespaard.
ذخیره کردن
بچه‌های من پول خودشان را ذخیره کرده‌اند.
cms/verbs-webp/64904091.webp
oprapen
We moeten alle appels oprapen.
جمع کردن
ما باید تمام سیب‌ها را جمع کنیم.