لغت

یادگیری افعال – هلندی

cms/verbs-webp/77572541.webp
verwijderen
De vakman heeft de oude tegels verwijderd.
برداشتن
صنعت‌گر کاشی‌های قدیمی را برداشت.
cms/verbs-webp/34725682.webp
voorstellen
De vrouw stelt iets voor aan haar vriendin.
پیشنهاد دادن
زن به دوستش چیزی پیشنهاد می‌دهد.
cms/verbs-webp/130938054.webp
bedekken
Het kind bedekt zichzelf.
پوشاندن
کودک خود را می‌پوشاند.
cms/verbs-webp/79317407.webp
bevelen
Hij beveelt zijn hond.
فرمان دادن
او به سگش فرمان می‌دهد.
cms/verbs-webp/100565199.webp
ontbijten
We ontbijten het liefst op bed.
صبحانه خوردن
ما ترجیح می‌دهیم در رختخواب صبحانه بخوریم.
cms/verbs-webp/73880931.webp
schoonmaken
De werker maakt het raam schoon.
تمیز کردن
کارگر پنجره را تمیز می‌کند.
cms/verbs-webp/89516822.webp
straffen
Ze strafte haar dochter.
مجازات کردن
او دخترش را مجازات کرد.
cms/verbs-webp/107273862.webp
verbonden zijn
Alle landen op aarde zijn met elkaar verbonden.
مرتبط بودن
همه کشورهای زمین با یکدیگر مرتبط هستند.
cms/verbs-webp/74693823.webp
nodig hebben
Je hebt een krik nodig om een band te verwisselen.
نیاز داشتن
تو برای تغییر تایر به یک وینچ نیاز داری.
cms/verbs-webp/68761504.webp
controleren
De tandarts controleert het gebit van de patiënt.
بررسی کردن
دندانپزشک دندان‌های بیمار را بررسی می‌کند.
cms/verbs-webp/100011930.webp
vertellen
Ze vertelt haar een geheim.
گفتن
او به او یک راز می‌گوید.
cms/verbs-webp/93221270.webp
verdwalen
Ik ben onderweg verdwaald.
گم شدن
من در راه گم شدم.