Kalmomi

Koyi kalmomi – Dutch

cms/verbs-webp/70055731.webp
vertrekken
De trein vertrekt.
tafi
Kaken tafiya ya tafi.
cms/verbs-webp/35137215.webp
slaan
Ouders zouden hun kinderen niet moeten slaan.
buga
Iyaye basu kamata su buga ‘ya‘yansu ba.
cms/verbs-webp/83661912.webp
bereiden
Ze bereiden een heerlijke maaltijd.
shirya
Suka shirya abinci mai dadi.
cms/verbs-webp/130770778.webp
reizen
Hij reist graag en heeft veel landen gezien.
tafi
Ya son tafiya kuma ya gani ƙasashe da dama.
cms/verbs-webp/97784592.webp
opletten
Men moet opletten voor de verkeersborden.
ɗauka
Aka ɗauki hankali kan alamar hanyoyi.
cms/verbs-webp/65915168.webp
ritselen
De bladeren ritselen onder mijn voeten.
hawaye
Ganyaye su hawaye karkashin takalma na.
cms/verbs-webp/129403875.webp
rinkelen
De bel rinkelt elke dag.
kara
Karar kunnuwa ta kara kowace rana.
cms/verbs-webp/72855015.webp
ontvangen
Ze ontving een heel mooi cadeau.
samu
Ta samu kyautar da tana da kyau.
cms/verbs-webp/118868318.webp
houden van
Ze houdt meer van chocolade dan van groenten.
so
Ta fi so cokali fiye da takalma.
cms/verbs-webp/81986237.webp
mengen
Ze mengt een vruchtensap.
hada
Ta hada fari da ruwa.
cms/verbs-webp/98082968.webp
luisteren
Hij luistert naar haar.
saurari
Yana sauraran ita.
cms/verbs-webp/107299405.webp
vragen
Hij vraagt haar om vergeving.
roƙo
Ya roƙa ta yafewa.