‫אוצר מילים‬

למד פעלים – הולנדית

cms/verbs-webp/110056418.webp
een toespraak houden
De politicus houdt een toespraak voor veel studenten.
נותן דבר
הפוליטיקאי נותן דבר בפני הרבה סטודנטים.
cms/verbs-webp/102631405.webp
vergeten
Ze wil het verleden niet vergeten.
לשכוח
היא לא רוצה לשכוח את העבר.
cms/verbs-webp/123380041.webp
overkomen
Is hem iets overkomen tijdens het werkongeluk?
אירע
האם משהו אירע לו בתאונת העבודה?
cms/verbs-webp/79582356.webp
ontcijferen
Hij ontcijfert de kleine letters met een vergrootglas.
מפענח
הוא מפענח את הכתוב הקטן עם מגדלה.
cms/verbs-webp/67232565.webp
eens zijn
De buren konden het niet eens worden over de kleur.
הסכים
השכנים לא הסכימו על הצבע.
cms/verbs-webp/123367774.webp
sorteren
Ik heb nog veel papieren te sorteren.
למיין
יש לי עוד הרבה ניירות למיין.
cms/verbs-webp/71260439.webp
schrijven naar
Hij schreef me vorige week.
כתב ל
הוא כתב לי בשבוע שעבר.
cms/verbs-webp/59121211.webp
bellen
Wie heeft er aan de deurbel gebeld?
לצלצל
מי צלצל לדלת?
cms/verbs-webp/92054480.webp
gaan
Waar is het meer dat hier was heengegaan?
הלך
לאן הלך האגם שהיה כאן?
cms/verbs-webp/86583061.webp
betalen
Ze betaalde met een creditcard.
לשלם
היא שילמה בכרטיס אשראי.
cms/verbs-webp/91442777.webp
stappen op
Ik kan met deze voet niet op de grond stappen.
לדרוך
אני לא יכול לדרוך על הרצפה עם הרגל הזו.
cms/verbs-webp/115291399.webp
willen
Hij wil te veel!
רוצה
הוא רוצה יותר מדי!