‫אוצר מילים‬

למד פעלים – הולנדית

cms/verbs-webp/50772718.webp
annuleren
Het contract is geannuleerd.
בוטל
החוזה בוטל.
cms/verbs-webp/109099922.webp
herinneren
De computer herinnert me aan mijn afspraken.
להזכיר
המחשב מזכיר לי את הפגישות שלי.
cms/verbs-webp/114091499.webp
trainen
De hond wordt door haar getraind.
לאמן
הכלב אומן על ידיה.
cms/verbs-webp/120128475.webp
denken
Ze moet altijd aan hem denken.
לחשוב
היא תמיד צריכה לחשוב עליו.
cms/verbs-webp/21689310.webp
aanspreken
Mijn leraar spreekt me vaak aan.
מזמין
המורה שלי מזמין אותי לעיתים קרובות.
cms/verbs-webp/47062117.webp
rondkomen
Ze moet rondkomen met weinig geld.
להסתדר
היא צריכה להסתדר עם כסף מעט.
cms/verbs-webp/59121211.webp
bellen
Wie heeft er aan de deurbel gebeld?
לצלצל
מי צלצל לדלת?
cms/verbs-webp/123298240.webp
ontmoeten
De vrienden ontmoetten elkaar voor een gezamenlijk diner.
להיפגש
החברים התכנסו לארוחה משותפת.
cms/verbs-webp/75195383.webp
zijn
Je moet niet verdrietig zijn!
לא צריך
אתה לא צריך להיות עצוב!
cms/verbs-webp/57574620.webp
bezorgen
Onze dochter bezorgt kranten tijdens de vakantie.
מסלימה
בתנו מסלימה עיתונים במהלך החגים.
cms/verbs-webp/35137215.webp
slaan
Ouders zouden hun kinderen niet moeten slaan.
לא להכות
ההורים לא צריכים להכות את הילדים שלהם.
cms/verbs-webp/119289508.webp
houden
Je mag het geld houden.
לשמור
אתה יכול לשמור על הכסף.