Rječnik

Naučite priloge – nizozemski

cms/adverbs-webp/57457259.webp
buiten
Het zieke kind mag niet naar buiten.
vani
Bolestno dijete ne smije ići vani.
cms/adverbs-webp/178600973.webp
iets
Ik zie iets interessants!
nešto
Vidim nešto zanimljivo!
cms/adverbs-webp/178519196.webp
‘s morgens
Ik moet vroeg opstaan ‘s morgens.
ujutro
Moram ustati rano ujutro.
cms/adverbs-webp/40230258.webp
te veel
Hij heeft altijd te veel gewerkt.
previše
Uvijek je previše radio.
cms/adverbs-webp/77321370.webp
bijvoorbeeld
Hoe vind je deze kleur, bijvoorbeeld?
na primjer
Kako vam se sviđa ova boja, na primjer?
cms/adverbs-webp/178653470.webp
buiten
We eten vandaag buiten.
izvan
Danas jedemo izvan.
cms/adverbs-webp/141168910.webp
daar
Het doel is daar.
tamo
Cilj je tamo.
cms/adverbs-webp/75164594.webp
vaak
Tornado‘s worden niet vaak gezien.
često
Tornada se ne viđaju često.
cms/adverbs-webp/96549817.webp
weg
Hij draagt de prooi weg.
dalje
On nosi plijen dalje.
cms/adverbs-webp/57758983.webp
half
Het glas is half leeg.
pola
Čaša je pola prazna.
cms/adverbs-webp/7659833.webp
gratis
Zonne-energie is gratis.
besplatno
Solarna energija je besplatna.
cms/adverbs-webp/135007403.webp
in
Gaat hij naar binnen of naar buiten?
u
Ide li on unutra ili van?