Rječnik

Naučite priloge – nizozemski

ooit
Heb je ooit al je geld aan aandelen verloren?
ikad
Jeste li ikad izgubili sav svoj novac na dionicama?
voor
Ze was voorheen dikker dan nu.
prije
Bila je deblja prije nego sada.
de hele dag
De moeder moet de hele dag werken.
cijeli dan
Majka mora raditi cijeli dan.
‘s morgens
Ik moet vroeg opstaan ‘s morgens.
ujutro
Moram ustati rano ujutro.
in
De twee komen binnen.
unutra
Oboje ulaze unutra.
waarom
Kinderen willen weten waarom alles is zoals het is.
zašto
Djeca žele znati zašto je sve kako jest.
links
Aan de linkerkant zie je een schip.
lijevo
Na lijevoj strani možete vidjeti brod.
weg
Hij draagt de prooi weg.
dalje
On nosi plijen dalje.
altijd
Hier was altijd een meer.
uvijek
Ovdje je uvijek bilo jezero.
ook
Haar vriendin is ook dronken.
također
Njezina djevojka je također pijana.
een beetje
Ik wil een beetje meer.
malo
Želim malo više.
bijna
De tank is bijna leeg.
gotovo
Rezervoar je gotovo prazan.