Rječnik

Naučite glagole – nizozemski

cms/verbs-webp/113415844.webp
verlaten
Veel Engelsen wilden de EU verlaten.
napustiti
Mnogi Englezi željeli su napustiti EU.
cms/verbs-webp/132305688.webp
verspillen
Energie mag niet verspild worden.
rasipati
Energiju ne bi trebalo rasipati.
cms/verbs-webp/129203514.webp
kletsen
Hij kletst vaak met zijn buurman.
čavrljati
Često čavrlja s susjedom.
cms/verbs-webp/115373990.webp
verschijnen
Er verscheen plotseling een grote vis in het water.
pojaviti se
Ogromna riba se iznenada pojavila u vodi.
cms/verbs-webp/59121211.webp
bellen
Wie heeft er aan de deurbel gebeld?
zazvoniti
Tko je zazvonio na vratima?
cms/verbs-webp/109766229.webp
voelen
Hij voelt zich vaak alleen.
osjećati
Često se osjeća samim.
cms/verbs-webp/53646818.webp
binnenlaten
Buiten sneeuwde het en we lieten ze binnen.
pustiti unutra
Vanjski snijeg i mi smo ih pustili unutra.
cms/verbs-webp/119188213.webp
stemmen
De kiezers stemmen vandaag over hun toekomst.
glasati
Glasatelji danas glasaju o svojoj budućnosti.
cms/verbs-webp/65199280.webp
achterna rennen
De moeder rent achter haar zoon aan.
trčati za
Majka trči za svojim sinom.
cms/verbs-webp/66787660.webp
schilderen
Ik wil mijn appartement schilderen.
slikati
Želim slikati svoj stan.
cms/verbs-webp/84847414.webp
zorgen voor
Onze zoon zorgt heel goed voor zijn nieuwe auto.
brinuti
Naš sin se jako dobro brine o svom novom automobilu.
cms/verbs-webp/70864457.webp
brengen
De bezorger brengt het eten.
donijeti
Dostavljač donosi hranu.