Vocabolario

Impara gli avverbi – Olandese

cms/adverbs-webp/96364122.webp
eerst
Veiligheid komt eerst.
prima
La sicurezza viene prima.
cms/adverbs-webp/178653470.webp
buiten
We eten vandaag buiten.
fuori
Oggi mangiamo fuori.
cms/adverbs-webp/178519196.webp
‘s morgens
Ik moet vroeg opstaan ‘s morgens.
al mattino
Devo alzarmi presto al mattino.
cms/adverbs-webp/98507913.webp
alle
Hier kun je alle vlaggen van de wereld zien.
tutto
Qui puoi vedere tutte le bandiere del mondo.
cms/adverbs-webp/38216306.webp
ook
Haar vriendin is ook dronken.
anche
La sua ragazza è anche ubriaca.
cms/adverbs-webp/178600973.webp
iets
Ik zie iets interessants!
qualcosa
Vedo qualcosa di interessante!
cms/adverbs-webp/77731267.webp
veel
Ik lees inderdaad veel.
molto
Leggo molto infatti.
cms/adverbs-webp/10272391.webp
al
Hij slaapt al.
già
Lui è già addormentato.
cms/adverbs-webp/178180190.webp
daar
Ga daarheen, vraag dan opnieuw.
Vai là, poi chiedi di nuovo.
cms/adverbs-webp/111290590.webp
even
Deze mensen zijn verschillend, maar even optimistisch!
stesso
Queste persone sono diverse, ma ugualmente ottimiste!
cms/adverbs-webp/162590515.webp
genoeg
Ze wil slapen en heeft genoeg van het lawaai.
abbastanza
Vuole dormire e ha avuto abbastanza del rumore.
cms/adverbs-webp/170728690.webp
alleen
Ik geniet van de avond helemaal alleen.
da solo
Sto godendo la serata tutto da solo.