ontvangen
Ik kan zeer snel internet ontvangen.
受け取る
私は非常に高速なインターネットを受け取ることができます。
voorzien
Strandstoelen worden voor de vakantiegangers voorzien.
提供する
ビーチチェアは休暇客のために提供されます。
doorzoeken
De inbreker doorzoekt het huis.
探す
泥棒は家を探しています。
vaststellen
De datum wordt vastgesteld.
設定する
日付が設定されています。
ter beschikking hebben
Kinderen hebben alleen zakgeld ter beschikking.
手元に置く
子供たちはお小遣いだけを手元に置いています。
wonen
Ze wonen in een gedeeld appartement.
住む
彼らは共同アパートに住んでいます。
beginnen
Een nieuw leven begint met een huwelijk.
始まる
結婚とともに新しい人生が始まります。
reizen
We reizen graag door Europa.
旅行する
私たちはヨーロッパを旅行するのが好きです。
staan
De bergbeklimmer staat op de top.
立つ
山の登山者は頂上に立っています。
drinken
De koeien drinken water uit de rivier.
飲む
牛たちは川の水を飲みます。
trekken
Hoe gaat hij die grote vis eruit trekken?
引き抜く
彼はその大きな魚をどうやって引き抜くつもりですか?
knuffelen
Hij knuffelt zijn oude vader.
抱きしめる
彼は彼の年老いた父を抱きしめます。