verslagen worden
De zwakkere hond wordt verslagen in het gevecht.
패배하다
약한 개가 싸움에서 패배했다.
ontmoeten
Ze ontmoetten elkaar voor het eerst op het internet.
만나다
그들은 처음으로 인터넷에서 서로를 만났다.
missen
De man heeft zijn trein gemist.
놓치다
그 남자는 그의 기차를 놓쳤다.
sneeuwen
Het heeft vandaag veel gesneeuwd.
내리다
오늘 눈이 많이 내렸다.
leren kennen
Vreemde honden willen elkaar leren kennen.
알아보다
생소한 개들은 서로를 알아보고 싶어한다.
zitten
Ze zit bij de zee tijdens zonsondergang.
앉다
그녀는 일몰 때 바닷가에 앉아 있다.
accepteren
Sommige mensen willen de waarheid niet accepteren.
받아들이다
어떤 사람들은 진실을 받아들이기를 원하지 않는다.
activeren
De rook activeerde het alarm.
작동시키다
연기가 알람을 작동시켰다.
bereiden
Ze bereidt een taart.
준비하다
그녀는 케이크를 준비하고 있다.
uitgaan
De kinderen willen eindelijk naar buiten.
나가다
아이들은 드디어 밖으로 나가고 싶어한다.
dienen
Honden dienen graag hun baasjes.
섬기다
개는 주인을 섬기는 것을 좋아한다.
tentoonstellen
Hier wordt moderne kunst tentoongesteld.
전시하다
여기에서는 현대 예술이 전시되고 있다.