verbeteren
Ze wil haar figuur verbeteren.
개선하다
그녀는 그녀의 체형을 개선하고 싶어한다.
uitsluiten
De groep sluit hem uit.
제외하다
그 그룹은 그를 제외한다.
werken
Ze werkt beter dan een man.
일하다
그녀는 남자보다 더 잘 일한다.
overrijden
Helaas worden er nog veel dieren overreden door auto’s.
치다
불행하게도 많은 동물들이 여전히 차에 치여 있다.
accepteren
Creditcards worden hier geaccepteerd.
받아들이다
여기서는 신용카드를 받아들인다.
slagen
De studenten zijn geslaagd voor het examen.
통과하다
학생들은 시험을 통과했다.