어휘

동사를 배우세요 ― 네덜란드어

cms/verbs-webp/85968175.webp
beschadigen
Twee auto’s raakten beschadigd bij het ongeluk.
손상되다
사고로 두 대의 차량이 손상되었다.
cms/verbs-webp/40094762.webp
wekken
De wekker wekt haar om 10 uur ’s ochtends.
깨우다
알람시계는 그녀를 오전 10시에 깨운다.
cms/verbs-webp/112408678.webp
uitnodigen
Wij nodigen je uit voor ons oudejaarsfeest.
초대하다
우리는 당신을 설날 파티에 초대합니다.
cms/verbs-webp/129235808.webp
luisteren
Hij luistert graag naar de buik van zijn zwangere vrouw.
듣다
그는 임신 중인 아내의 배를 듣는 것을 좋아한다.
cms/verbs-webp/1502512.webp
lezen
Ik kan niet zonder bril lezen.
읽다
나는 안경 없이 읽을 수 없다.
cms/verbs-webp/95190323.webp
stemmen
Men stemt voor of tegen een kandidaat.
투표하다
사람은 후보에 찬성 또는 반대로 투표한다.
cms/verbs-webp/112286562.webp
werken
Ze werkt beter dan een man.
일하다
그녀는 남자보다 더 잘 일한다.
cms/verbs-webp/120624757.webp
wandelen
Hij wandelt graag in het bos.
걷다
그는 숲에서 걷는 것을 좋아한다.
cms/verbs-webp/91696604.webp
toestaan
Men mag depressie niet toestaan.
허용하다
우울증을 허용해서는 안 된다.
cms/verbs-webp/92384853.webp
geschikt zijn
Het pad is niet geschikt voor fietsers.
적합하다
이 길은 자전거를 타기에 적합하지 않다.
cms/verbs-webp/125884035.webp
verrassen
Ze verraste haar ouders met een cadeau.
놀라게하다
그녀는 부모에게 선물로 놀라게 했다.
cms/verbs-webp/107273862.webp
verbonden zijn
Alle landen op aarde zijn met elkaar verbonden.
연결되다
지구의 모든 나라들은 서로 연결되어 있다.