어휘
동사를 배우세요 ― 네덜란드어
![](https://www.50languages.com/storage/cms/vocabulary-verbs/82095350.jpg)
duwen
De verpleegster duwt de patiënt in een rolstoel.
밀다
간호사는 환자를 휠체어로 밀어준다.
![](https://www.50languages.com/storage/cms/vocabulary-verbs/121102980.jpg)
meerijden
Mag ik met je meerijden?
함께 타다
나도 당신과 함께 탈 수 있을까요?
![](https://www.50languages.com/storage/cms/vocabulary-verbs/71612101.jpg)
binnenkomen
De metro is net het station binnengekomen.
들어가다
지하철이 방금 역에 들어왔다.
![](https://www.50languages.com/storage/cms/vocabulary-verbs/78309507.jpg)
uitknippen
De vormen moeten worden uitgeknipt.
잘라내다
모양들은 잘려져야 한다.
![](https://www.50languages.com/storage/cms/vocabulary-verbs/91367368.jpg)
wandelen
De familie gaat op zondag wandelen.
산책하다
그 가족은 일요일에 산책을 간다.
![](https://www.50languages.com/storage/cms/vocabulary-verbs/110233879.jpg)
creëren
Hij heeft een model voor het huis gecreëerd.
만들다
그는 집에 대한 모델을 만들었다.
![](https://www.50languages.com/storage/cms/vocabulary-verbs/86710576.jpg)
vertrekken
Onze vakantiegasten vertrokken gisteren.
떠나다
우리의 휴가 손님들은 어제 떠났습니다.
![](https://www.50languages.com/storage/cms/vocabulary-verbs/132305688.jpg)
verspillen
Energie mag niet verspild worden.
낭비하다
에너지를 낭비해서는 안 된다.
![](https://www.50languages.com/storage/cms/vocabulary-verbs/63868016.jpg)
terugbrengen
De hond brengt het speelgoed terug.
돌려주다
개는 장난감을 돌려준다.
![](https://www.50languages.com/storage/cms/vocabulary-verbs/68779174.jpg)
vertegenwoordigen
Advocaten vertegenwoordigen hun cliënten in de rechtbank.
대표하다
변호사들은 법정에서 그들의 고객을 대표한다.
![](https://www.50languages.com/storage/cms/vocabulary-verbs/120193381.jpg)
trouwen
Het stel is net getrouwd.
결혼하다
그 커플은 방금 결혼했다.
![](https://www.50languages.com/storage/cms/vocabulary-verbs/33564476.jpg)