Woordenlijst

Leer bijwoorden – Bosnisch

dolje
On pada dolje s vrha.
naar beneden
Hij valt van boven naar beneden.
cijeli dan
Majka mora raditi cijeli dan.
de hele dag
De moeder moet de hele dag werken.
vani
Danas jedemo vani.
buiten
We eten vandaag buiten.
ispravno
Riječ nije ispravno napisana.
correct
Het woord is niet correct gespeld.
tamo
Idi tamo, pa ponovo pitaj.
daar
Ga daarheen, vraag dan opnieuw.
ikada
Jeste li ikada izgubili sav svoj novac na dionicama?
ooit
Heb je ooit al je geld aan aandelen verloren?
više
Starija djeca dobivaju više džeparca.
meer
Oudere kinderen krijgen meer zakgeld.
previše
Posao mi postaje previše.
te veel
Het werk wordt me te veel.
sam
Uživam u večeri sam.
alleen
Ik geniet van de avond helemaal alleen.