Woordenlijst

Leer bijwoorden – Tsjechisch

cms/adverbs-webp/38720387.webp
dolů
Skáče dolů do vody.
naar beneden
Ze springt naar beneden in het water.
cms/adverbs-webp/71970202.webp
docela
Je docela štíhlá.
behoorlijk
Ze is behoorlijk slank.
cms/adverbs-webp/123249091.webp
společně
Ti dva rádi hrají společně.
samen
De twee spelen graag samen.
cms/adverbs-webp/172832880.webp
velmi
Dítě je velmi hladové.
erg
Het kind is erg hongerig.
cms/adverbs-webp/57758983.webp
napůl
Sklenice je napůl prázdná.
half
Het glas is half leeg.
cms/adverbs-webp/176235848.webp
dovnitř
Ti dva jdou dovnitř.
in
De twee komen binnen.
cms/adverbs-webp/57457259.webp
ven
Nemocné dítě nesmí jít ven.
buiten
Het zieke kind mag niet naar buiten.
cms/adverbs-webp/54073755.webp
na to
Vyleze na střechu a sedne si na to.
erop
Hij klimt op het dak en zit erop.