Woordenlijst

Leer bijwoorden – Duits

cms/adverbs-webp/121564016.webp
lange
Ich musste lange im Wartezimmer warten.
lang
Ik moest lang in de wachtkamer wachten.
cms/adverbs-webp/78163589.webp
beinahe
Ich hätte beinahe getroffen!
bijna
Ik raakte bijna!
cms/adverbs-webp/145004279.webp
nirgendwohin
Diese Schienen führen nirgendwohin.
nergens
Deze sporen leiden naar nergens.
cms/adverbs-webp/133226973.webp
eben
Sie ist eben wach geworden.
net
Ze is net wakker geworden.
cms/adverbs-webp/93260151.webp
nie
Geh nie mit Schuhen ins Bett!
nooit
Ga nooit met schoenen aan naar bed!
cms/adverbs-webp/38216306.webp
ebenfalls
Ihre Freundin ist ebenfalls betrunken.
ook
Haar vriendin is ook dronken.
cms/adverbs-webp/57758983.webp
halb
Das Glas ist halb leer.
half
Het glas is half leeg.
cms/adverbs-webp/162590515.webp
genug
Sie will schlafen und hat genug von dem Lärm.
genoeg
Ze wil slapen en heeft genoeg van het lawaai.
cms/adverbs-webp/102260216.webp
morgen
Niemand weiß, was morgen sein wird.
morgen
Niemand weet wat morgen zal zijn.
cms/adverbs-webp/178600973.webp
etwas
Ich sehe etwas Interessantes!
iets
Ik zie iets interessants!
cms/adverbs-webp/40230258.webp
zu viel
Er hat immer zu viel gearbeitet.
te veel
Hij heeft altijd te veel gewerkt.
cms/adverbs-webp/75164594.webp
oft
Tornados sieht man nicht oft.
vaak
Tornado‘s worden niet vaak gezien.