Woordenlijst

Leer bijwoorden – Engels (US)

together
We learn together in a small group.
samen
We leren samen in een kleine groep.
first
Safety comes first.
eerst
Veiligheid komt eerst.
too much
He has always worked too much.
te veel
Hij heeft altijd te veel gewerkt.
never
One should never give up.
nooit
Men moet nooit opgeven.
half
The glass is half empty.
half
Het glas is half leeg.
too much
The work is getting too much for me.
te veel
Het werk wordt me te veel.
not
I do not like the cactus.
niet
Ik hou niet van de cactus.
already
He is already asleep.
al
Hij slaapt al.
together
The two like to play together.
samen
De twee spelen graag samen.
in
The two are coming in.
in
De twee komen binnen.
already
The house is already sold.
al
Het huis is al verkocht.
why
Children want to know why everything is as it is.
waarom
Kinderen willen weten waarom alles is zoals het is.