Woordenlijst

Duits – Bijwoordenoefening

cms/adverbs-webp/78163589.webp
bijna
Ik raakte bijna!
cms/adverbs-webp/23025866.webp
de hele dag
De moeder moet de hele dag werken.
cms/adverbs-webp/145004279.webp
nergens
Deze sporen leiden naar nergens.
cms/adverbs-webp/10272391.webp
al
Hij slaapt al.
cms/adverbs-webp/73459295.webp
ook
De hond mag ook aan tafel zitten.
cms/adverbs-webp/135100113.webp
altijd
Hier was altijd een meer.
cms/adverbs-webp/12727545.webp
beneden
Hij ligt beneden op de vloer.
cms/adverbs-webp/176235848.webp
in
De twee komen binnen.
cms/adverbs-webp/22328185.webp
een beetje
Ik wil een beetje meer.
cms/adverbs-webp/138988656.webp
altijd
Je kunt ons altijd bellen.
cms/adverbs-webp/138692385.webp
ergens
Een konijn heeft zich ergens verstopt.
cms/adverbs-webp/93260151.webp
nooit
Ga nooit met schoenen aan naar bed!