Woordenlijst

Esperanto – Bijwoordenoefening

cms/adverbs-webp/123249091.webp
samen
De twee spelen graag samen.
cms/adverbs-webp/38720387.webp
naar beneden
Ze springt naar beneden in het water.
cms/adverbs-webp/102260216.webp
morgen
Niemand weet wat morgen zal zijn.
cms/adverbs-webp/57457259.webp
buiten
Het zieke kind mag niet naar buiten.
cms/adverbs-webp/54073755.webp
erop
Hij klimt op het dak en zit erop.