Woordenlijst

Fins – Bijwoordenoefening

ook
De hond mag ook aan tafel zitten.
correct
Het woord is niet correct gespeld.
in
De twee komen binnen.
naar beneden
Ze springt naar beneden in het water.
genoeg
Ze wil slapen en heeft genoeg van het lawaai.
nu
Moet ik hem nu bellen?
eerst
Veiligheid komt eerst.
gisteren
Het regende hard gisteren.
samen
We leren samen in een kleine groep.
erg
Het kind is erg hongerig.
‘s ochtends
‘s Ochtends heb ik veel stress op het werk.
een beetje
Ik wil een beetje meer.