Woordenlijst

Italiaans – Bijwoordenoefening

over
Ze wil de straat oversteken met de scooter.
alle
Hier kun je alle vlaggen van de wereld zien.
bijna
De tank is bijna leeg.
daar
Het doel is daar.
erg
Het kind is erg hongerig.
naar beneden
Ze springt naar beneden in het water.
altijd
Je kunt ons altijd bellen.
morgen
Niemand weet wat morgen zal zijn.
lang
Ik moest lang in de wachtkamer wachten.
net
Ze is net wakker geworden.
veel
Ik lees inderdaad veel.
ook
Haar vriendin is ook dronken.