Woordenlijst
Japans – Bijwoordenoefening

links
Aan de linkerkant zie je een schip.

morgen
Niemand weet wat morgen zal zijn.

naar beneden
Hij valt van boven naar beneden.

gisteren
Het regende hard gisteren.

eerst
Veiligheid komt eerst.

altijd
Hier was altijd een meer.

in
Gaat hij naar binnen of naar buiten?

te veel
Het werk wordt me te veel.
