Woordenlijst
Lets – Bijwoordenoefening

naar beneden
Ze springt naar beneden in het water.

de hele dag
De moeder moet de hele dag werken.

even
Deze mensen zijn verschillend, maar even optimistisch!

minstens
De kapper kostte minstens niet veel.

in
De twee komen binnen.

iets
Ik zie iets interessants!

gratis
Zonne-energie is gratis.

behoorlijk
Ze is behoorlijk slank.

een beetje
Ik wil een beetje meer.

buiten
We eten vandaag buiten.

lang
Ik moest lang in de wachtkamer wachten.
