Woordenlijst

Portugees (BR) – Bijwoordenoefening

cms/adverbs-webp/10272391.webp
al
Hij slaapt al.
cms/adverbs-webp/54073755.webp
erop
Hij klimt op het dak en zit erop.
cms/adverbs-webp/154535502.webp
binnenkort
Hier wordt binnenkort een commercieel gebouw geopend.
cms/adverbs-webp/155080149.webp
waarom
Kinderen willen weten waarom alles is zoals het is.
cms/adverbs-webp/46438183.webp
voor
Ze was voorheen dikker dan nu.
cms/adverbs-webp/78163589.webp
bijna
Ik raakte bijna!
cms/adverbs-webp/22328185.webp
een beetje
Ik wil een beetje meer.
cms/adverbs-webp/141168910.webp
daar
Het doel is daar.
cms/adverbs-webp/102260216.webp
morgen
Niemand weet wat morgen zal zijn.
cms/adverbs-webp/174985671.webp
bijna
De tank is bijna leeg.
cms/adverbs-webp/29021965.webp
niet
Ik hou niet van de cactus.
cms/adverbs-webp/96228114.webp
nu
Moet ik hem nu bellen?