Woordenlijst
Sloveens – Bijwoordenoefening

nu
Moet ik hem nu bellen?

half
Het glas is half leeg.

waarom
Kinderen willen weten waarom alles is zoals het is.

te veel
Hij heeft altijd te veel gewerkt.

de hele dag
De moeder moet de hele dag werken.

erg
Het kind is erg hongerig.

vaak
Tornado‘s worden niet vaak gezien.

even
Deze mensen zijn verschillend, maar even optimistisch!

naar beneden
Ze springt naar beneden in het water.

altijd
Je kunt ons altijd bellen.

een beetje
Ik wil een beetje meer.
