Woordenlijst

Leer bijwoorden – Frans

dehors
Nous mangeons dehors aujourd‘hui.
buiten
We eten vandaag buiten.
déjà
Il est déjà endormi.
al
Hij slaapt al.
n‘importe quand
Vous pouvez nous appeler n‘importe quand.
altijd
Je kunt ons altijd bellen.
correctement
Le mot n‘est pas orthographié correctement.
correct
Het woord is niet correct gespeld.
par exemple
Comment trouvez-vous cette couleur, par exemple ?
bijvoorbeeld
Hoe vind je deze kleur, bijvoorbeeld?
plus
Les enfants plus âgés reçoivent plus d‘argent de poche.
meer
Oudere kinderen krijgen meer zakgeld.
droit
Tu dois tourner à droite!
rechts
Je moet rechts afslaan!
bientôt
Un bâtiment commercial ouvrira ici bientôt.
binnenkort
Hier wordt binnenkort een commercieel gebouw geopend.
très
L‘enfant a très faim.
erg
Het kind is erg hongerig.
vraiment
Puis-je vraiment croire cela ?
echt
Kan ik dat echt geloven?
quelque part
Un lapin s‘est caché quelque part.
ergens
Een konijn heeft zich ergens verstopt.
dans
Ils sautent dans l‘eau.
in
Ze springen in het water.