Woordenlijst

Leer bijwoorden – Litouws

jau
Namai jau parduoti.
al
Het huis is al verkocht.
visi
Čia galite matyti visas pasaulio vėliavas.
alle
Hier kun je alle vlaggen van de wereld zien.
rytoj
Niekas nežino, kas bus rytoj.
morgen
Niemand weet wat morgen zal zijn.
kada nors
Ar kada nors praradote visus savo pinigus akcijose?
ooit
Heb je ooit al je geld aan aandelen verloren?
vienas
Mėgaujuosi vakaru vienas.
alleen
Ik geniet van de avond helemaal alleen.
tačiau
Namai maži, tačiau romantiški.
maar
Het huis is klein maar romantisch.
vienodai
Šie žmonės yra skirtingi, bet vienodai optimistiški!
even
Deze mensen zijn verschillend, maar even optimistisch!
labai
Vaikas labai alkanas.
erg
Het kind is erg hongerig.
lauke
Sergantis vaikas negali eiti laukan.
buiten
Het zieke kind mag niet naar buiten.
niekur
Šie takai veda niekur.
nergens
Deze sporen leiden naar nergens.
kartu
Mes mokomės kartu mažoje grupėje.
samen
We leren samen in een kleine groep.
pakankamai
Ji nori miegoti ir jau pakankamai triukšmo.
genoeg
Ze wil slapen en heeft genoeg van het lawaai.