Woordenlijst
Leer bijwoorden – Noors

for mye
Arbeidet blir for mye for meg.
te veel
Het werk wordt me te veel.

nesten
Tanken er nesten tom.
bijna
De tank is bijna leeg.

for mye
Han har alltid jobbet for mye.
te veel
Hij heeft altijd te veel gewerkt.

lenge
Jeg måtte vente lenge i venterommet.
lang
Ik moest lang in de wachtkamer wachten.

også
Venninnen hennes er også full.
ook
Haar vriendin is ook dronken.

før
Hun var fetere før enn nå.
voor
Ze was voorheen dikker dan nu.

inn
De hopper inn i vannet.
in
Ze springen in het water.

ut
Det syke barnet får ikke gå ut.
buiten
Het zieke kind mag niet naar buiten.

når som helst
Du kan ringe oss når som helst.
altijd
Je kunt ons altijd bellen.

korrekt
Ordet er ikke stavet korrekt.
correct
Het woord is niet correct gespeld.

sammen
Vi lærer sammen i en liten gruppe.
samen
We leren samen in een kleine groep.
