Woordenlijst

Leer bijwoorden – Noors

alle
Her kan du se alle flaggene i verden.
alle
Hier kun je alle vlaggen van de wereld zien.
bort
Han bærer byttet bort.
weg
Hij draagt de prooi weg.
hvorfor
Barn vil vite hvorfor alt er som det er.
waarom
Kinderen willen weten waarom alles is zoals het is.
aldri
Gå aldri til sengs med sko på!
nooit
Ga nooit met schoenen aan naar bed!
veldig
Barnet er veldig sultent.
erg
Het kind is erg hongerig.
ut
Det syke barnet får ikke gå ut.
buiten
Het zieke kind mag niet naar buiten.
nettopp
Hun våknet nettopp.
net
Ze is net wakker geworden.
korrekt
Ordet er ikke stavet korrekt.
correct
Het woord is niet correct gespeld.
nesten
Det er nesten midnatt.
bijna
Het is bijna middernacht.
aldri
Man bør aldri gi opp.
nooit
Men moet nooit opgeven.
lenge
Jeg måtte vente lenge i venterommet.
lang
Ik moest lang in de wachtkamer wachten.
igjen
Han skriver alt igjen.
opnieuw
Hij schrijft alles opnieuw.