Woordenlijst
Leer bijwoorden – Slovaaks

polovica
Pohár je naplnený do polovice.
half
Het glas is half leeg.

takmer
Je takmer polnoc.
bijna
Het is bijna middernacht.

sám
Večer si užívam sám.
alleen
Ik geniet van de avond helemaal alleen.

správne
Slovo nie je správne napísané.
correct
Het woord is niet correct gespeld.

dole
Pádne zhora dole.
naar beneden
Hij valt van boven naar beneden.

dovnútra
Tí dvaja prichádzajú dovnútra.
in
De twee komen binnen.

celý deň
Matka musí pracovať celý deň.
de hele dag
De moeder moet de hele dag werken.

cez
Chce prejsť cez ulicu s kolobežkou.
over
Ze wil de straat oversteken met de scooter.

dole
Leží dole na podlahe.
beneden
Hij ligt beneden op de vloer.

tiež
Pes tiež smie sedieť pri stole.
ook
De hond mag ook aan tafel zitten.

von
Ide von z vody.
uit
Ze komt uit het water.
