Woordenlijst

nl Objecten   »   de Gegenstände

de spuitbus

die Spraydose, n

de spuitbus
de asbak

der Aschenbecher, -

de asbak
de babyschaal

die Babywaage, n

de babyschaal
de kogel

die Kugel, n

de kogel
de ballon

der Luftballon, s

de ballon
de armband

der Armreif, en

de armband
de verrekijker

das Fernglas, “er

de verrekijker
de deken

die Decke, n

de deken
de mixer

der Mixer, -

de mixer
het boek

das Buch, “er

het boek
de gloeilamp

die Glühbirne, n

de gloeilamp
de blik

die Dose, n

de blik
de kaars

die Kerze, n

de kaars
de kandelaar

der Kerzenhalter, -

de kandelaar
het etui

das Etui, s

het etui
de katapult

die Schleuder, n

de katapult
de sigaar

die Zigarre, n

de sigaar
de sigaret

die Zigarette, n

de sigaret
de koffiemolen

die Kaffeemühle, n

de koffiemolen
de kam

der Kamm, “e

de kam
de beker

die Tasse, n

de beker
de theedoek

das Geschirrtuch, “er

de theedoek
de pop

die Puppe, n

de pop
de dwerg

der Zwerg, e

de dwerg
het eierdopje

der Eierbecher, -

het eierdopje
de elektrische scheerapparaat

der Elektrorasierer, -

de elektrische scheerapparaat
de waaier

der Fächer, -

de waaier
de film

der Film, e

de film
de brandblusser

der Feuerlöscher, -

de brandblusser
de vlag

die Flagge, n

de vlag
de vuilniszak

der Müllsack, “e

de vuilniszak
het glasscherf

die Glasscherbe, n

het glasscherf
de bril

die Brille, n

de bril
de föhn

der Fön, e

de föhn
het gat

das Loch, “er

het gat
de slang

der Schlauch, “e

de slang
het strijkijzer

das Bügeleisen, -

het strijkijzer
de fruitpers

die Saftpresse, n

de fruitpers
de sleutel

der Schlüssel, -

de sleutel
de sleutelhanger

der Schlüsselbund, e

de sleutelhanger
het zakmes

das Taschenmesser, -

het zakmes
de lantaarn

die Laterne, n

de lantaarn
het woordenboek

das Lexikon, Lexika

het woordenboek
het deksel

der Deckel, -

het deksel
de reddingsboei

der Rettungsring, e

de reddingsboei
de aansteker

das Feuerzeug, e

de aansteker
de lippenstift

der Lippenstift, e

de lippenstift
de bagage

das Gepäck

de bagage
het vergrootglas

die Lupe, n

het vergrootglas
de lucifer

das Streichholz, “er

de lucifer
de melkfles

die Milchflasche, n

de melkfles
de melkkan

die Milchkanne, n

de melkkan
de miniatuur

die Miniatur, en

de miniatuur
de spiegel

der Spiegel, -

de spiegel
de mixer

das Rührgerät, e

de mixer
de muizenval

die Mausefalle, n

de muizenval
de ketting

die Halskette, n

de ketting
de krantenstander

der Zeitungsständer, -

de krantenstander
de fopspeen

der Schnuller, -

de fopspeen
het hangslot

das Vorhängeschloss, “er

het hangslot
de parasol

der Sonnenschirm, e

de parasol
het paspoort

der Reisepass, “e

het paspoort
de wimpel

der Wimpel, -

de wimpel
het fotolijst

der Bilderrahmen, -

het fotolijst
de pijp

die Pfeife, n

de pijp
de kookpan

der Topf, “e

de kookpan
de elastiek

das Gummiband, “er

de elastiek
de badeend

die Gummiente, n

de badeend
het zadel

der Fahrradsattel, “

het zadel
de veiligheidsnaald

die Sicherheitsnadel, n

de veiligheidsnaald
de schotel

die Untertasse, n

de schotel
de schoenborstel

die Schuhbürste, n

de schoenborstel
de zeef

das Sieb, e

de zeef
het blokje zeep

die Seife, n

het blokje zeep
de zeepbel

die Seifenblase, n

de zeepbel
het zeepbakje

die Seifenschale, n

het zeepbakje
de spons

der Schwamm, “e

de spons
de suikerpot

die Zuckerdose, n

de suikerpot
de koffer

der Koffer, -

de koffer
het meetlint

das Bandmaß, e

het meetlint
de teddybeer

der Teddybär, en

de teddybeer
de huls

der Fingerhut, “e

de huls
de tabak

der Tabak

de tabak
het wc-papier

das Toilettenpapier, e

het wc-papier
de zaklantaarn

die Taschenlampe, n

de zaklantaarn
de handdoek

das Handtuch, “er

de handdoek
het statief

das Stativ, e

het statief
de paraplu

der Regenschirm, e

de paraplu
de vaas

die Vase, n

de vaas
de wandelstok

der Spazierstock, “e

de wandelstok
de waterleiding

die Wasserpfeife, n

de waterleiding
de gieter

die Gießkanne, n

de gieter
de krans

der Kranz, “e

de krans