Woordenlijst

nl Weer   »   de Wetter

de barometer

das Barometer, -

de barometer
de wolk

die Wolke, n

de wolk
de kou

die Kälte

de kou
de halve maan

der Halbmond, e

de halve maan
de duisternis

die Dunkelheit

de duisternis
de droogte

die Dürre, n

de droogte
de aarde

die Erde

de aarde
de mist

der Nebel, -

de mist
de vorst

der Frost, “e

de vorst
de gladheid

das Glatteis

de gladheid
de warmte

die Hitze

de warmte
de orkaan

der Hurrikan, s

de orkaan
de ijspegels

der Eiszapfen, -

de ijspegels
de bliksem

der Blitz, e

de bliksem
de meteoor

der Meteor, e

de meteoor
de maan

der Mond, e

de maan
de regenboog

der Regenbogen, “

de regenboog
de regendruppel

der Regentropfen, -

de regendruppel
de sneeuw

der Schnee

de sneeuw
de sneeuwvlok

die Schneeflocke, n

de sneeuwvlok
de sneeuwpop

der Schneemann, “er

de sneeuwpop
de ster

der Stern, e

de ster
de storm

das Gewitter, -

de storm
de stormvloed

die Sturmflut, en

de stormvloed
de zon

die Sonne, n

de zon
de zonnestraal

der Sonnenstrahl, en

de zonnestraal
de zonsondergang

das Abendrot

de zonsondergang
de thermometer

das Thermometer, -

de thermometer
het onweer

das Unwetter, -

het onweer
de schemering

die Dämmerung

de schemering
het weer

das Wetter

het weer
de nattigheid

die Nässe

de nattigheid
de wind

der Wind, e

de wind