Woordenlijst

nl Tijd   »   fi Aika

de wekker

herätyskello

de wekker
de oude geschiedenis

antiikin historia

de oude geschiedenis
de antieke

antiikki

de antieke
het benoeming boek

kalenteri

het benoeming boek
de herfst

syksy

de herfst
de pauze

tauko

de pauze
de kalender

kalenteri

de kalender
de eeuw

vuosisata

de eeuw
de klok

kello

de klok
de koffiepauze

kahvitauko

de koffiepauze
de datum

päivämäärä

de datum
de digitale klok

digitaalinen kello

de digitale klok
de eclips

pimennys

de eclips
het einde

loppu

het einde
de toekomst

tulevaisuus

de toekomst
de geschiedenis

historia

de geschiedenis
de zandloper

tiimalasi

de zandloper
de middeleeuwen

keskiaika

de middeleeuwen
de maand

kuukausi

de maand
de ochtend

aamu

de ochtend
het verleden

menneisyys

het verleden
het zakhorloge

taskukello

het zakhorloge
de stiptheid

täsmällisyys

de stiptheid
de stormloop

kiire

de stormloop
de seizoenen

vuodenajat

de seizoenen
het voorjaar

kevät

het voorjaar
de zonnewijzer

aurinkokello

de zonnewijzer
de zonsopgang

auringonnousu

de zonsopgang
de zonsondergang

auringonlasku

de zonsondergang
de tijd

aika

de tijd
de tijd

kellonaika

de tijd
de wachttijd

odotusaika

de wachttijd
het weekend

viikonloppu

het weekend
het jaar

vuosi

het jaar