Woordenlijst

Leer werkwoorden – Afrikaans

cms/verbs-webp/95625133.webp
liefhê
Sy is baie lief vir haar kat.
houden van
Ze houdt heel veel van haar kat.
cms/verbs-webp/111021565.webp
walg
Sy walg vir spinnekoppe.
walgen van
Ze walgde van spinnen.
cms/verbs-webp/77646042.webp
brand
Jy moet nie geld brand nie.
verbranden
Je moet geen geld verbranden.
cms/verbs-webp/68761504.webp
kontroleer
Die tandarts kontroleer die pasiënt se tande.
controleren
De tandarts controleert het gebit van de patiënt.
cms/verbs-webp/104818122.webp
herstel
Hy wou die kabel herstel.
repareren
Hij wilde de kabel repareren.
cms/verbs-webp/100011930.webp
vertel
Sy vertel haar ’n geheim.
vertellen
Ze vertelt haar een geheim.
cms/verbs-webp/78773523.webp
vermeerder
Die bevolking het aansienlik vermeerder.
toenemen
De bevolking is sterk toegenomen.
cms/verbs-webp/80325151.webp
voltooi
Hulle het die moeilike taak voltooi.
voltooien
Ze hebben de moeilijke taak voltooid.
cms/verbs-webp/123367774.webp
sorteer
Ek het nog baie papier om te sorteer.
sorteren
Ik heb nog veel papieren te sorteren.
cms/verbs-webp/99951744.webp
vermoed
Hy vermoed dat dit sy vriendin is.
verdenken
Hij verdenkt dat het zijn vriendin is.
cms/verbs-webp/110233879.webp
skep
Hy het ’n model vir die huis geskep.
creëren
Hij heeft een model voor het huis gecreëerd.
cms/verbs-webp/125884035.webp
verras
Sy het haar ouers met ’n geskenk verras.
verrassen
Ze verraste haar ouders met een cadeau.